"Vrouwen die wijs zijn van harte, spinnen met hun handen"
Spinnen is het in elkaar draaien van een opeenvolging van vezels tot een continue draad. Dat kan op allerlei manieren en met alle mogelijke materialen. De wol vezel heeft schubben, die haken in elkaar, waardoor wol goed en makkelijk te spinnen is.
Voor het spinnen kaard ik de ruwe wol op de kaardmachine. Het kaarden zorgt ervoor dat de vezels netjes naast elkaar komen te liggen. Te korte vezels sorteert de machine eruit en zand en "rommeltjes" vallen naar beneden.
ruwgekaard
Nu kan de wol gesponnen worden.
Ik heb maar een heel eenvoudig spinnewiel. Maar het spint geweldig. Het trapt niet zwaar en de verhouding tussen wiel en klos is heel goed en gemakkelijk af te stellen.
Misschien was ik wel nooit gaan spinnen, als er op de zolder van ons huis geen oud spinnewiel had gestaan. Dat kregen mijn ouders als huwelijkscadeau in 1925
.kamer 1925 Spinnewiel rechts achter
Mijn moeder vond het echter een "sta in de weg" en een "stofnest" en dus ging het naar zolder. Toen ik een jaar of 14 was heb ik het eens naar beneden gehaald. Ik wilde weten hoe je kon spinnen op zo'n ding. Een tante heeft het me verteld en voorgedaan. Dat viel nog erg tegen op een spinnewiel dat niet helemaal spoorde (want alles zat scheef) Uiteindelijk lukte het me toch er een draad op te spinnen. Dat is het begin geweest van een levens lange fascinatie voor het maken van draden.
Het doel waarvoor we spinnen bepaalt hoe we de draad gaan maken. In mijn geval spin ik voor breien, zowel met de hand als op de breimachine. Om mee te breien meng ik, tijdens het kaarden de wol met alpaca, dat maakt de wol warmer en zachter. Na het spinnen wordt het garen getwijnd. Dan is het geschikt voor ongeveer pennen 4.
Voor het gobelin weven gebruik ik enkeldraads wollen garen. Dat spinsel moet dun en stevig zijn